
1
( 345 )
VYFTIGST GESPREK.
De Arbeidzaamheid hevoordert
ons welzyn.
I
emand die gezond wil blyven , moet zich
gewennen uaaiftig en arbeidzaam te zyn. Eea
lui mensch is nooit recht gezond j om dac
zyn lichaam de noodige beweeging niet heeft,
en zyn bloed daar door in de aderen dik en
flymig word. En in het algemeen behooren
de leedigheid , en de luiheid tot de grootlle
gebreeken ; welke niet alleen voor den lee-
digganger , en ieder luyaaart zelfs, m^ar ook
voor de gantfche menfchelyke maatfchappy
de gevaarlykfte gevolgen hebben kunnen.
üe luyaart vervalt altoos, vroeg of laat m
de behoeftigheid , in de artnoede; en moet
alle de vreugde, al het vergenoegen misfen,
dat een naarftig mensch zich verzorgen , en
genieten kan- God heeft yder mensch wee-
zentiyk een neiging tot de werkzaamheid in-
gefchaapen. Dewyl r,u de leedigganger in
ernftige, eu nuttige beezigheeden geen ver-
y 5 maak