
C' '54 )
delyk met hun om, en gedraagt u beleefd
jeegeijs hun; want God gebied dit u, en uw
geweeten vordert het van u -maar wys-
heid en voorzichtigheid, eislchen ook vau u al-
toos eene zeekere terughouding met de Dienst-
booden in acht te neemen Langs deezen
weg zult gy u zelfs veel verdriet fpaaren,
ja zelfs een meenigte van zonden vermyden,
en de Dienstbooden zullen zich vopr u ont-
zien, en in uwe teegeuwoordigheid nooit iets
onordentelyks onderneemen, maar naar hun ge-
weeten zich van hunne plicht kwyten, en hun
werk doen, om dat zy dan altoos voor u hunne
Sc'ting bewaaren zullen. Maar daar in tee-
gen moet gy ook hunne Verraader niet zvn,
niet iedere kleinigheid uwen Ouderen aanbren^
Een , en het niinfle onvoorzichtig woord niet
ten eeriten kwalyk opvatten. Tot deeze
kleinighceden gehoort, als een Dienstboode
het ongeluk eens heeft, van een Tafelbord^
een Theekopje , of iets diergelyks .te laaten
vallen, of te breeken. Ziet gy dit voor de
cerftemaal, doet als of gy het niet zaagt,
cf zegt hun van terftond dit ongeluk aan
uwe Ouders zelf bekend te maaken, — of
•waar-