
zevenDE GESPREK. 43
cchti-r duidelijk volgen, dat de schuld niet aan:
ons ligt, wanneer wij deze ervaring niet kunnen
>naken. Wie van dezelve zoude ook gebruik
maken van de zintuigen, daar zij geene ziel
liebben ?
Daar wij echter in liet bezit zijn der zintui-
gen , en onze ziel daardoor ontelbare gewaar-
wordingen , aanschouwingen en voorsteUingèn
verkrijgt, willen wij dezelve naarstig oefenen.
Daardoor zal levens de som der genoegens ver-
q mccrderd worden , welke wij op zoo menigerlei
V' wijze door de zintuigen genieten kunnen; want
M Itoe fijner en schei-per de zintuigen zijn, des te
bekwamer en geschikter worden dezelve lot het
aanschouwen on gewaarworden,
Maar ook de naarstigste oefening der zintuigen
kan dezelve niet zoo scherp ea fijn maken, dat
zij Vlij blijven van misleiding. Wij zullen uit
dien hoofde de misleidingen, waarvoor ieder,
zintm'g, in eene meerdere of mindere mate, bloot
staat, leeren kennen.
Wanneer gij, bij voorbeeld, op eenen hoogen
'berg slaat, en in de diepte nederziet, hoe sclüj-
nen dan de voorwei'pcn in het dal te zijn ?
L. Zeer klein.
O. Een dennen- cu pijnboomenwond ver-