
EERSTE GESPREK. ii
dczclvö daargcsteld wordt. Dit gesdilcdt 200
sclïielijk, dat naeii ]ict dikwijls niet eens merkt,
jleeffc er echter ook bij de volvoering van dit
bevel een misslag ])Iaats, zoodat, bij voorbeeld,
de hand wil gaan, in plaats van de voet?
L. Neen.
O. Het ifi reeds iots bewonderenswaardigs,
dat alle de ledematen zoo juist, zoo schielijk eu
200 naauwkeurig de bevelen van de ziel volvoe-
ren. Even zoo weinig als de zonnestralen, by
Jj !iet nedervallen op de Aarde, zioh verwarren,
vergist de ziel zich ia het geven harer bevelen,
liet zal ons nimmer in de gedachten komen,
om de neus tot zien te gebruiken; want de ziel
beveelt dit aan de oogen. Zelü in de eerste
oogenblikken van ons leven vergist de ziel zich
i daann nieL
Maar ziet eens, lieve kinderen! wij weten tot
nog toe niet, wat de ziel is. Zoo veel weten
wij, dat zij geen ligchaam is, daar wij dezelve
met onze zintuigen niet kunnen waarnemen. —
Kunt gij, lief kind! zonder behulp van een
ander mensch, wel zeggen, wat de ziel is?
L. Zi/ 1.9 een geest,
O. AYij leerden dc geesten reeds uit de spook-
gcscliicdenissen keiuien, Warmoer gij de zielen