
ZEvenDE GESPREK. 85
L. VfKjrraadscliuren, magazijnen.
O. Waar zullen, in geval van gebrek, deze
onontbeerlijke levensmiddelen verkrijgbaar zijn?
L. In de magazijnen.
(J. Wat wil hij, die voor voorraad zorgt,
voor het vervolg verhoeden?
L. Gebrek.
O. Daarom draagt de voorzigtige niet alleen
zorg, dat hij door nutte werkzaamheid zoo veel
wint, als hij voor het tegenwoordige noodig
heeft, maar dat hij ook voor de toekomst iets
kan opleggen. Door vlijt en spaarzaamheid zal
hij in staat zijn, zoo veel te verwerven, dat hij
er iets van zal kumien opleggen. Hoe meer hij
vergadert, hoe meer hij zal bezitten. Op gelijke
wijze is het gelegen met de voorstellingen, welke
de ziel door opmerkzaamheid verwerft.
Waimeer gij, bij voorbeeld, eenen brief met
ingespannen opmerkzaamheid gelezen hebt, zoudt
gij mij dan alléén bij monde den inhoud kunnen
mededeelen ?
L. Ook schriftelijk.
O. Maar indien gij den inhoud niet hadt
opgemerkt, wat zoude u dan onmogelijk zijn?
L. De schriftelijke, of mondelinge, medcdeeling
van denzclvca.