
( )
klopt aan, en wacbt totdat men bmnenge«
roepen woïdt; bij voorparae lieden doet uien
zi<;U aanmeUten. — Men gaat met ongedwon-
gene beketdlieid in de kamer, doe.t zonder
geruisch de deur toe, groet (§. slOt »aden
noch te langzaam noch te schielijk, zonder
te digt bij den anderen te komen, draagt
zijne belangen kort e«* ordelijk voor, grijpt
niet lomp naar alles om, raakt niets aan,
indien de eigenaar zich voor eenige oogen-
blikken verwijderen moest, en houdt zich
Hiet te lang op. In de meeste gevallen is
het met dc beleefdheid overeenkomstig, zoc-
dra er iemand anders komt, »fscheid t«
Bcmen, tes> zij een langer blijven noodzake-
lijk ware, of uitdrukkelijk verlangd wkrA
Echter moet men niet alt^ zoo lang wach-
ten, totdat er een vreemde komt; maar
men moet, na het afdoen van de zaak, zioh'
weder verwijderen, ten ware een langer Wg^
ren «rw//^ verzocht wierd.
Opg. Waarvoor is het, naar de reg^f
len der welvoegelijkheid te houden,
iemand digt voor de deur van het woon-
G 4 ver-