
.234
§. 203.
De voor de kennis der twee levensbetrekkingen ge»
noegzaam gevormde leerling wordt nu in het hem naast
omringende leven, in een kanton of district, ingeleid,
over hetwelk andere ambtenaren gesteld zijn.
De methode brengt nu hare voorstelling van het ge-
meenschappelijke leven van de vorige gemeenschap we-
der op eene soortgelijke meer uitgebreide over.
De methode, aan haar beginsel getrouw, laat ieder
gedeelte van het onderwijs door den leerling zeiven
opnemen, of eigenlijk slechts aan zijne vroeger opge-
dane kundigheden vasthechten. Zij bezigt daartoe ook
bij voorkeur het aanschouwings • vermogen, en brengt
het zoo ver, dat hier de aanschouwing van het or-
ganisch gemeenschappelijke leven in de nu behandeld
wordende uitbreiding reeds naderbij komt aan het denk-
beeld van het Staatsleven,,
Wat eigenlijk het voorname voordeel op dezen trap
van het onderwijs uitmaakt, is de itatuurljjke en heil-
zame ontwikkeling der begrippen van de instellingen,
welke het staatsleven telleu moet onder de voorwaarden
van deszelfs bestaan, en welker juiste kennis alleen,
door levendige godsdienst geheiligd, den getrouwen on-
derdanen-zin voortbrengen cn op vaste grondslagen vestigen
kan. O
Deze instellingen zijn ambtenaren en geestelijken —
beiden met hunne noodige hulpen.
Wat de ambtenaren aanbetreft, zoo is de methode
cr op uit, om de behoefte aan en de weldaad van
elke soort derzelve, hetzij regts-, policie-, financie-
of andere ambtenaren, tc doen inzien. Het moet on-
der de groote gebreken van het sehoolonderwijs, zoo