
^^ 65 ^^
te bïanden , en trok daarop weer naar Stargard.
12:;. Dezelfde Belling te Güstrow gelegerd zijnde,
kwam een boer met éijeten aan het kwartier Van
den Generaak — Wat kosten de eijerenV zeide Beï-
iing, —' De drie twee fluivers , antwoordde de
■boert^'^Äli zi-jn zeker duur; maar men inoet weten,
het is ooFlog, Bdling kocht de cljeren van den boer,
en betaai-'e hem dezelVen. Doch de huzaren von-
den een boer daarop in de herberg, begonnen met
hem te fpelen, wonnen hem 0I zijn geld af, en ga-
ven hem braaf flagen toe. — De boer begaf zich
aandonds naar den Genera^ Belling en <leed zijn be-
klag. — Mtn moet weten ^ het is oorloge was heC
antwoord van > betälende> dus. den boer met
gelijke munt. De marquis van M. in een gezelfchap
zijn verdriet te'kennen gevende over het "vernes vaii
eenen llag;, zeide ees zek«r ridder van de H Geest-
orde: waarom leverde gi] dien flag ^ mijfi heer? Om
dat ik dien dacht te winnen^ antwoordde de marquis;
en zich omkerende, vraagde hij: wie is die zotte ridder t
123. Een matroos, na eene lange reis, te huis'ge*
komen zijnde, vond zijne vrouw reeds getrouwd met
een' ander* man, waarover hij gansch niet gellichC
was, en vraagde aan een van zijne oude kennisfeti
om raad , hoe hij zijne vrouw zou wederkrijgen. De-
ze wees hem naar eenen advokaat, aan wien hy het
geval voorftelde. De advokaat zicjsi een weinig bedacht
hebbende, vraagde aan den matroos, öf hij kon be-
wijzen, op denzellden tijd, dat zijne vrouw met een
ander getrowwd was, gejeefd te hebben ? Dit viel
den matroos zwaar; want, zeide hij, geen van mij-
ne makkers, die met mij op het fchip waren, zijn
meer aan wal; maaf zun op een ander fchip overge-
gaan, om eone reis ten minste van twee jaren te
doen, en de vraag is, of zij ooit weer lelandkomen^
Paa kan i,k u niet helpen, zeide de advokaat; waüc
£