
66
misten, welke zulk eene reis gewoonlijk
opleverde, zoo bevrachtten zij een schip
en belastten de Ruyter met den ver-
koop der lading op de marktplaats,
zoo als zij elk jaar gewoon waren te
doen.
Op den bepaalden tijd kwam de
Ruyter in de zeestad aan, en, na van den
bevelhebber aldaar de noodige toestem-
ming tot het verkoopen zijner waren
verkregen te hebben, begon hij ze als
de andere kooplieden ten toon te stellen.
Wijl hij goede waren had en zijne mees-
ters er voor bekend stonden, hunne
kalanten goed te bedienen ging de ver-
koop goed en beurde de Ruyter belang-
rijke sommen.
Eenige dagen had de verkoop reeds
geduur^ of ook de bevelhebber der
plaats verscheen, van een aanzienlijk
gevolg vergezeld, en nam de door de
Ruyter ten toon gestelde waren in oogen-
schouw. Een stuk zeer fijn linnen be-
viel hem bij uitnemendheid en hij ver-
klaarde, als de prijs aannemelijk was,
het te willen koopen. Nu vraagde onze
koopman een prijs, die naar de meening
van den bevelhebber de helft te hoog
was. Toen de Ruyter betoogde dat het
hexn onmogelijk was, deze uitstekend